Lessen die we maar niet willen leren

files.jpgEen klein bericht in onze kwaliteitscourant (van 24 april). De machtigste financiële mensen uit de wereld (ministers van Financiën, centrale bankiers, Ben Bernanke, chef van de Amerikaanse centrale banken, en natuurlijk Jean Claude Trichet) zijn bijeen geweest om ‘onevenwichtigheden in de wereldeconomie’ te bespreken. En dat zijn er nogal wat: Amerika leent te veel, Azië spaart te veel, een recordprijs van olie, en ook de grondstofprijzen rijzen de pan uit. Tegelijk bereiken de beurskoersen nieuwe hoogtepunten. En een laatste renteverhoging tot vijf procent wordt beschouwd als de laatste verhoging.

Kortom: geen enkele nervositeit in de markt te bespeuren. Men spreekt alweer van een hernieuwd Goudlokje-scenario: economische groei en inflatie houden elkaar precies in evenwicht; de economie is niet te koud, niet te heet, maar precies goed. Dus vooral niets doen! Een gevaarlijk optimisme. In het zojuist verschenen boek Hollandse Overmoed beschrijft Mathijs Bouman hoe precies hetzelfde scenario de Nederlandse economie nog geen tien jaar geleden explosief deed groeien, en vervolgens even explosief deed imploderen.

bouman.gifBouman volgt in zijn boek een beetje dezelfde lijn als Jeroen Smit in zijn boek Het drama Ahold. ( Zie ook hier voor een uitgebreide samenvatting van dat boek.) Vanuit een simpele setting wordt geleidelijk het perspectief verbreed. Het naar binnen gerichte Nederlandse poldermodel wordt door een aantal toevalligheden, het Europees voorzitterschap van de EU dat samenvalt met enorme economische groei, opeens een voorbeeld voor de wereld. De reden daarvoor is dat de buitenlandse media die hier zijn neergestreken om dat voorzitterschap te verslaan, door Nederlandse sociale partners worden ‘ingezet’ om al het goede van onze overlegcultuur en streven naar consensus breeduit te rapporteren. En dat doen ze dan ook kritiekloos, hoewel het economisch natuurlijk goed ging, met een heuse hype als gevolg. Allemaal niet zo erg, maar de aanjagers van die hype zijn er zelf in gaan geloven. De uitspraak van Hans Wijers, die helemaal niet geloofde in de Hollandse wondereconomie, is veelzeggend: ‘Ons grootste probleem is zelfgenoegzaamheid vanwege al die mensen die hier naartoe komen om te vragen naar het Nederlandse economische model. Mensen beginnen er daadwerkelijk in te geloven.’ Net zoals Cees van der Hoeven geloofde dat hij zonnekoning was!

En daarmee is de toon gezet. Schil voor schil pelt Bouman de Hollandse economische ui. De flexwet en de afgesproken loonmatiging (het ‘Akkoord van Wassenaar’) pakte bijvoorbeeld zo goed uit omdat de economische hoogconjunctuur het nieuwe (goedkope) arbeidsaanbod als ware ‘opvrat’. Dat leidde inderdaad tot groei, maar de keerzijde was dat het Nederlandse bedrijfsleven door de goedkope arbeid verzuimde te investeren in innovatie. Dus in structurele maatregelen. Maar belangrijker was het feit dat de koopkracht van Nederlandse huishoudens enorm toenam, omdat meer vrouwen gingen werken als gevolg van de flexwet. Dat leidde er namelijk toe dat mensen de overwaarde van hun huis gingen verzilveren. Geld dat weer in de economie werd gepompt, zodat een soort economisch perpetuum mobile ontstond: economische groei, meer werk, stijgende inkomens, en stijgende huizenprijzen, enzovoort. Duidelijk moge zijn dat dit mobile noch perpetuum is noch structureel. Toen de economie dan ook inklapte, zelfs de grootste optimist zag in dat de beurswaarde van bedrijven wel in erg schril contrast stonden met de werkelijke waarde, stond Nederland met de handen in twee lege zakken: alle narigheid van een recessie en een economie die elk fundament op spoedig herstel ontbeert, omdat men (overheid en bedrijfsleven) verzuimd had de overvloedige middelen aan te wenden voor structurele verbeteringen, namelijk innovatie en onderwijs. Buitenlandse kranten kopten dan ook smalend: ‘Dutch poverty grows, thousands rely on handouts’. Duidelijker kun je het bijna niet verwoorden.

Uiteraard gaat Bouman veel dieper op de materie in, en zijn er nog veel meer zaken die allemaal vervelend toevallig voor Nederland op de juiste economische plaats vielen, en hebben geleid tot de narigheid waar we ons nu in bevinden. En waar we volgens Bouman ook niet zomaar uitkomen, omdat de Nederlandse politiek voorop nog altijd niet schijnt te begrijpen waar het écht om gaat: innovatie en onderwijs. Het Innovatieplatform is een polderclubje maar dan zonder de vakbonden, en de eens omarmde marktwerking, dat innovatie afdwingt, is inmiddels weer een vies woord aan het worden. En het onderwijsbeleid is nog altijd gericht op de middelmaat, terwijl extra investeringen in toptalent óók en vóóral vereist is. En dat nog los van het feit dat men kennelijk blind is voor de voor de sector die wel eens de drager zou kunnen zijn voor onze toekomstige economie: de zakelijke dienstverlening.

Wie een bijzonder tijddocument wil lezen over een periode die eigenlijk nog niet eens is afgelopen, en wil weten waarom het huidige ontbreken van enige nervositeit van de financiële gangmakers van dit moment zo gevaarlijk is, is ‘Hollandse Overmoed’ een aanrader.

(Dit artikel is eerder verschenen op het boekenblog van managementboek.nl.)

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Boekenlucht

Plaats een reactie