Financiële koningsdrama’s

Door Pierre Pieterse – Eindelijk een leuk boek over de financiële crisis. Te midden van de stortvloed aan apocalyptische en andere doemverhalen duikt Roel Janssen in Grof geld in de geschiedenis van de financiële schandalen. En dat levert een bonte mix op van soms treurige en soms lachwekkende schandalen. Maar voor de klok wordt terug gezet, rekent Janssen even af met het nog altijd levende idee dat Nederland behoudens een paar uitwassen een maagdelijke track record heeft op het gebied van malversatie. Vergeet het maar, en hij begint met opsommen:  World Online, Ahold, of Bouwfonds… Maar ook in de ‘marge’ spelen we een aardig deuntje mee: Novocap, Palminvest, of Easy Life…

Natuurlijk is het niet vreemd dat Nederland ook zo zijn portie narigheid geserveerd krijgt, al is het maar omdat ons land aan de bakermat heeft gestaan van het moderne financiële kapitalisme. Aandelen, ‘naked short’, speculeren, windhandel, het zijn allemaal Hollandse vindingen. Saillant detail: zelfs het internationale woord ‘beurs’, als marktplaats van geld, vindt zijn oorsprong in de Lage Landen. Na gedane geldzaken op een plein in Brugge namen de handelaren een pint in herberg Van den Beursen, beurs is hiervan afgeleid.

In dit licht is het bijna ironisch dat het juist dat het muuranker van het Nederlandse financiële huis, naast de hoekstenen VOC, Wisselbank en Beurs, zijn stabiliteit en onfeilbaarheid is. Het vertrouwen dat de internationale wereld stelde in Nederland leidde tot een toevloed aan geld dat zocht naar beleggingen, en de lage rente deed de rest. Met als resultaat een enorm financiële centrum waar we naast alle lusten de afgelopen tijd de giftige lasten van hebben ervaren.

Janssen loopt chronologisch door de geschiedenis heen, van ‘bankier’ Lambert de Vries (1304) tot ‘shortseller’ Louis Reijtenbach, en dat geeft de auteur de gelegenheid om gepaste historische intermezzo’s te plaatsen. Zoals die van Thomas Gresham (1519-1579), de man van de muntwaarde en wisselkoersen, en de beroemde uitspraak ‘good and bad coin cannot circulate together’ (en dus niet van het apocriefe ‘bad money drives out good money’, die uitspraak uit 1858 is van de Britse econoom Henry Dunning McLeod), of die van John Law (1671-1729), de aartsvader van de windhandel, de oprichter van de Compagnie L’Occident die mensen verleidde te beleggen in bar land. Zeer vermakelijk en nog altijd leerzaam!

Het mooiste verhaal is wel dat van Lodewijk Pincoffs (eind 19de eeuw), de man die Rotterdam groot heeft gemaakt maar dat nooit mocht meemaken. Een koningsdrama in kort bestek. De man achter de Rotterdamse haven maar ook de man die jarenlang de cijfers van zijn andere ondernemingen oppoetste om in het onvermijdelijke faillissement tal van andere banken en bedrijven in de neergang meesleurde. Een drama Ahold van internationale allure. Op de Kop van Zuid staat een standbeeld van de man, met het veelzeggende bijschrift: ‘A spectacle of so much glory and so much shame.’

Vermakelijke vakantiekost waar je ook nog wat van opsteekt, bijvoorbeeld de zelden uitgesproken maar niettemin ultieme les in geldzaken: als het goed gaat, gaat het goed, en als het fout gaat, fout. En daar kan geen financiële alchemist of expert iets aan veranderen.

(Deze boekbespreking is eerder verschenen in Managementboek Magazine.)

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder HollandseLucht

Plaats een reactie